25 – Prof. mr. David Simons

Luister naar de audio versie van deze pagina

Groningen, 25 maart 1904 – Den Haag, 23 april 1998

De vermaarde jurist en penvoerder van de grote grondwetsherziening van 1983 ziet in 1904 als Dagobert Simons het levenslicht. Hij is de zoon van de Groningse slager Karel Simons en zijn echtgenote Brandina de Vries. Na zijn jeugd in Groningen legt Simons in 1924 met goed gevolg het doctoraalexamen rechtsgeleerdheid af aan de Universiteit van Amsterdam.

Vijf jaar later laat hij zijn voornaam officieel in ‘David’ veranderen. Begin jaren ’30 ontmoet hij in het Haagse culturele uitgaansleven de concertpianiste Ida Rosenheimer. Ze trouwen in 1933 en vier jaar later krijgen ze een zoon. Het proefschrift Gemeentebedrijven, waarmee David in 1939 cum laude promoveert in Leiden, draagt hij aan haar op.

Begin 1940 verhuist het gezin naar de Johan van Oldenbarneveltlaan 114 in Den Haag. Als gevolg van de anti- Joodse maatregelen wordt Simons eind 1940 geschorst uit zijn functie bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Na het ontslag dat daarop volgt, wordt hij leraar aan het Joods Lyceum in Den Haag.

Vanwege de maatschappelijke verdiensten van David wordt het gezin geïnterneerd op Landgoed Schaffelaar in Barneveld. Uiteindelijk worden ze alsnog naar Westerbork gedeporteerd en vervolgens naar Theresienstadt. Begin februari 1945 behoort het gezin tot de groep Joodse geïnterneerden die in ruil voor losgeld naar het neutrale Zwitserland worden gebracht.

Na de oorlog neemt David Simons zowel landelijk als in Den Haag een een vooraanstaande plaats in in de Joodse gemeenschap. Hij is lid van de Centrale Commissie van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap, van de Haagse Kerkenraad en voorzitter van de Joodse Commissie voor Herstel. Naast advocaat-procureur en accountant is Simons van 1948 tot zijn emeritaat ook hoogleraar in Rotterdam.

Na terugkeer uit het concentratiekamp ontvangt Simons een erfpacht-aanslag van de gemeente Den Haag voor de oorlogsjaren waarin een NSB-gezin zijn huis had overgenomen. Vergeefs vecht hij deze aanslag aan. Pas 70 jaar later herstelt de gemeente deze grove onrechtvaardigheid, ook voor andere slachtoffers, via een compensatie.

Als lid van de VVD vervult hij een aantal prominente politieke functies. Zo wordt hij bijvoorbeeld voorzitter van de commissie Herziening Comptabiliteitswet en van de commissie Belastingvrijdom Koninklijk Huis.

In 1960 overlijdt plots Davids vrouw Ida. Vier jaar later trouwt hij in Londen met Helena Kitty Praag.

In 1967 wordt Simons lid van de Staatscommissie-Cals/Donner, die als opdracht krijgt de grondwet te herzien. Wanneer die commissie advies uitbrengt, wordt prof. Simons door het kabinet-Biesheuvel benoemd tot regeringscommissaris grondwetsherziening.

In 1975 is hij -undercover vanwege de politieke gevoeligheden- betrokken bij de totstandkoming van de grondwet van Suriname.

Onder zijn redactie komt in 1983 de nieuwe Nederlandse grondwet tot stand, met als eerste artikel “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.”

Na een lang en werkzaam leven overlijdt David Simons op 23 april 1998, op Jom Hasjoa, de dag dat in Israël de Holocaust wordt herdacht. Hij wordt begraven tussen zijn eerste en tweede echtgenote, die hij allebei heeft overleefd. Links ligt Ida, in het midden ligt David en rechts ligt Kitty.

Bronnen: