17 – Salom Zurkan (Sjalom Zurkann)

Luister naar de audio versie van deze pagina

Den Haag, 10 maart 1774 – Den Haag, 8 oktober 1846

Salom Zurkan en zijn vrouw Judith Wolff zijn naast elkaar begraven met overeenkomstige grafstenen en teksten in het Hebreeuws, waaraan een -inmiddels verplichte- Nederlandse vertaling is toegevoegd: “Hier light de weledele heer Salom Zurkan – geboren 10 maart 5534 – overleden 8 october  5607” en “Hier ligt Julie Wolff – Weduwe Salom Zurkan – Geboren 13 october 5555 – Overleden 3 juni 5631”.

Salom Zurkan komt uit een welgestelde familie als zoon van Simon Levi Zurkann en Hanne Joseph. Zijn vader heeft de erefunctie mohel (besnijder).  De familie met 9 kinderen woont aan de Veerkade. een geliefde woonplek in Den Haag.  Zijn overgrootvader van moeders kant is de rijke bankier van de Staten-Generaal Tobias Boas.

Salom Zurkan is lid van het Armbestuur van de Joodse gemeenschap. Als bestuurder aangesteld in 1836 speelt hij een belangrijke rol in de sociale sector van de Haags-Joodse gemeenschap, waarin hij geconfronteerd wordt met de ellende van met name arme ouderen.

Tot 1836 berust de armenzorg in Den Haag bij zowel de Gabbai Tsedaka, beheerder van liefdadigheidsfondsen, als bij de Parnassim, het Armbestuur van de gemeenschap.

Mozes Jacob van Gigch, advocaat bij de Hoge Raad, een buurtbewoner van de familie Zurkann en de familie Tobias, spant zich in voor verbetering van de toestand van armen in de Joodse gemeenschap en wordt samen met opperrabbijn Lehmans, één van de oprichters van een Joods bejaardenhuis, beschreven als het Oude Mannen-en Vrouwenhuis voor behoeftige belijders van de Israëlitische Godsdienst ter dezer stede woonachtig.

In 1839 worden hiervoor diverse grote giften en legaten ontvangen van belangrijke Haags-Joodse families, waarbij de belangrijkste gift van Salom Zurkan zelf afkomstig is.  Op 14 januari 1839 schenkt Salom Zurkan het riante pand Salomo’s Tempel, gelegen in de St. Jacobsstraat en geërfd van zijn overgrootvader Tobias Boas, om het in te richten als bejaardenhuis.

Hiervoor wordt de De Zurkann Stichting opgericht.  Rond deze tijd schenkt Zurkan ook de som van 100.000 gulden en in 1841 wordt het bejaardenhuis ingewijd onder de naam Newee Sjalom met Mr. van Gigch als regent en later eerste Regent-President. Salom Zurkan vervult geen officiële rol in het bestuur.

Na Zurkan’s overlijden in 1846 ontvangt de stichting alsnog een aanzienlijke som van zijn weduwe Judith. Newee Sjalom blijft tot 1928 onderdak bieden aan  behoeftige Joodse bejaarden. Dankzij een nieuwe grote schenking aan de Stichting wordt aan de Neuhuyskade te Den Haag in 1928 een modern Joods bejaardenhuis ingericht wat tot op heden (2022) in gebruik is.

Bronnen:

  • Gebundeld Erfgoed – I.B. van Creveld
  • De verdwenen Buurt – I.B. van Creveld
  • Het Gilde document (Rondleiding Joodse Begraafplaats)