1615 – Den Haag, 1699
Het oudste zichtbare Hoogduitse graf op de begraafplaats dateert uit 1697 en is van oprichter Züsskind Pos. Doordat zijn nakomelingen de oorspronkelijke grafsteen in 1866 hebben vervangen, is de steen die dateert uit 1699, op het Portugese graf van Jozef Israël Mello, nu de oudste steen op de begraafplaats.
Jozef Israël Mello, zoon van Israel Elias Barbier Mello, is getrouwd met Rebecca Israel Mello. Het echtpaar krijgt 5 kinderen.
Hij is de tweede man die begraven is op de begraafplaats.
De schatrijke Jacob Pereira komt in 1674 naar Den Haag en koopt het pand op de hoek van de Bleijenburg en het Korte Voorhout. In dat pand richt hij voor eigen rekening een huissynagoge in.
In 1711 bestaan er twee Sefardische gemeenten, waaronder de particuliere gemeente van Jacob Peirera, Beth Ja’akob, Huis van Jacob, aan het Korte Voorhout. J.I. Mello is chazan, voorzanger, van deze gemeente.
Op het Portugese gedeelte worden de graven vanaf het begin afgedekt met een liggende steen, zoals Sefardiem over de hele wereld dat gewend zijn.
Volgens de Joodse wetten ligt er altijd maar 1 persoon in een graf. Het graf en de aarde rondom behoren tot de overledene. Bij de komst van de Messias zullen de doden immers herrijzen. Daarom mag er nooit iets van de begraafplaats verwijderd worden.
De Sefardiem, waartoe J.I.Mello behoorde, woonden in den Haag voornamelijk aan het Smitswater, de Nieuwe Uitleg en de Hooikade.