Op de Joodse begraafplaats is slechts een deel van de graven zichtbaar. Delftse wetenschappers zoeken in de bodem naar eeuwenoude grafstenen. “Dit is archeologie zonder te graven.”
Met afgemeten passen trekt Deyan Draganov een knalgeel apparaat achter zich aan. De grondpenetratieradar, zoals het instrument heet, rolt over de gewijde grond van de Joodse begraafplaats, gelegen aan de Scheveningseweg. Een lage zon hangt boven de dodenakker, waar de grafstenen plat als dubbeltjes in het gras liggen. In een hoek van het terrein hebben Draganov, het hoofd met safarihoed gedekt, en collega Dominique Ngan-Tillard meetlinten gespannen in het gras. Meter voor meter speurt hun radar de grond af, op zoek naar wat onder de groene zoden verscholen ligt.
De twee geofysici van de TU Delft zijn hier op uitnodiging van de Stichting tot instandhouding van de Joodse Begraafplaats te ’s-Gravenhage. “Voor ons is het belangrijk om te weten waar er graven hebben gelegen,” zegt voorzitter Michiel van Haersma Buma.
Wie geen geld had, had geen steen. Dan lag er een houten plank
– Michiel Buma, voorzitter stichting
Op de weidse, licht heuvelachtige begraafplaats zijn nog geen drieduizend graven zichtbaar. Maar afgaande op het register moeten het er tienduizend zijn. “Volgens de Joodse regels is een graf eeuwig. We willen daarom weten waar we geen wandelpaden kunnen aanleggen. En of er nog plek is voor nieuwe graven.”
Joodse begraafplaats ligt vol
Al zo’n honderd jaar ligt de Joodse begraafplaats officieel vol. Per jaar komt er gemiddeld één graf bij, omdat sommige families nog grafrechten hebben. “Een paar maanden geleden is er nog iemand begraven,” vertelt Buma. Tegenwoordig kunnen Haagse Joden terecht op de begraafplaats in Wassenaar, maar ook die is eindig. “Op een gegeven moment ligt Wassenaar vol. Voor de Joodse gemeenschap willen we uitzoeken of het in de toekomst een optie is om hier weer te begraven.”
De Joodse begraafplaats werd in 1694 geopend, in wat toen nog duinachtig niemandsland was tussen Scheveningen en Den Haag. Tegenover de ingang staat het tolhuis, waar vroeger alleen de vissersvrouwen kosteloos mochten passeren. Naast het metaarhuisje, waar de doden werden gewassen, ligt het best bewaarde deel van de begraafplaats. Hier werden de doorgaans welgestelde Portugese (‘sefardische’) Joden begraven. Het deel van de vaak arme Hoogduitse (‘asjkenazische’) Joden begint na de kettingpaaltjes, een ooit tot aan de Hoge Raad bevochten scheidslijn – tussen beide groepen boterde het lange tijd niet.
Met de radar maken we een compleet plaatje van dit stuk grond
– Dominique Ngan-Tillard, TU Delft
“Wat wij doen, is eigenlijk archeologie,” zegt Draganov. “Maar dan zonder te graven.” De radar achter hem stuurt elektromagnetische golven de bodem in, tot een paar meter diep. Elke grondlaag heeft zijn eigen elektromagnetische parameters, legt hij uit. Weerkaatsen de golven op een steen, dan zien de onderzoekers dat.
Met een monitor houdt Ngan-Tillard de metingen bij. Op het beeldscherm verschijnen kartellijnen, die een doorsnede van de bodem voorstellen. Uitschieters, zogeheten ‘hyperbooltjes’, duiden op een voorwerp. “Dat kunnen steentjes zijn, maar ook boomwortels,” legt ze uit. “We maken een compleet plaatje van dit stuk grond om een inschatting te maken.” Later zullen ze met een fijnbesnaarde radar de objecten preciezer in beeld brengen. “We kunnen de vorm min of meer zien,” aldus Draganov.
Joodse Begraafplaats
Van de 10.000 graven zijn nog geen 3.000 zichtbaar.
Tand des tijds
De tand des tijds heeft huisgehouden op de eeuwenoude begraafplaats. Grasplantjes groeien door de spleten van gebarsten grafzerken. Tijdens de oorlog plaatste de Duitse bezetter luchtafweergeschut op de begraafplaats. “Het vermoeden is dat een aantal grafstenen toen is gebruikt als ondergrond,” vertelt voorzitter Buma. Maar de voornaamste reden dat veel graven niet meer zichtbaar zijn, is banaler. “Wie geen geld had, had geen steen. Dan lag er een houten plank op het graf. Die gaat natuurlijk niet lang mee.”
Vandaag kamt het Delftse tweetal alleen het grasland naast de ingang uit. De stichting wil hier een ontvangsthuisje bouwen waar bezoekers terechtkunnen voor informatie en basale voorzieningen. Dan moeten ze wel zeker weten dat ze niet boven op graven bouwen. Dat zou indruisen tegen de Joodse traditie van het eeuwige graf. “We zijn nog aan het nadenken hoe we het geld bij elkaar kunnen krijgen,” aldus Buma.
De data op het scherm leken heel interessant
– Deyan Draganov, TU Delft
“Met dit onderzoek willen we als universiteit aan de maatschappij laten zien wat we kunnen,” zegt Draganov. Vorig jaar ontdekten ze tien vermoedelijke grafstenen in de bodem van de Joodse begraafplaats in Naaldwijk. Mogelijk komt de rest van de Haagse begraafplaats later aan de buurt. De resultaten van deze eerste test laten even op zich wachten. Maar, mailt Draganov een paar dagen later, ‘de data op het scherm leken heel interessant’.